woensdag 14 oktober 2015

Eerste leerjaar

Hier zijn geen woorden voor nodig! Hun blinkende oogjes zeggen genoeg!

Boten bouwen


Ella had het voorstel om bootjes te knutselen en te kijken of ze kunnen drijven. Een leuk idee dat onmiddellijk op veel enthousiasme onthaald werd.
De kinderen kregen de opdracht om thuis over hun constructie na te denken: welke materialen hadden ze nodig, speciale bevestigingstechnieken, … Er werd met mama’s en papa’s overlegd.

De voorbije week kwamen er dagelijks kinderen met knutselspullen de klas binnen. Grote kartonnen dozen, stokjes, piepschuim, een werkkoffer, … Er werd echt afgeteld naar het knutselmoment.

Vrijdag gingen we aan de slag. De meeste kinderen wisten perfect hoe ze wilden werken. Het plan zat duidelijk al in hun hoofd.

Er werd geknipt, getapet, hamers werden boven gehaald en prachtige constructies verschenen. Een schelp gevuld met water deed dienst als ‘proefzee’. Sommige boten overleefden prima de eerste proefvaart. Andere boten hadden wat aanpassingen nodig.
 

Even overwoog Wendy om de buren te vragen hun zwembad even om te toveren in vijver. Maar het bad van de kleuters kon ook wel dienen. Alle boten werden te water gelaten.

We ontdekten:
Houten boten zijn prima bestand tegen water.
Een bakje in plastiek, piepschuim, … blijft ook prima drijven. Maar bij storm op zee, loopt het bakje vol en gaat het zinken.
Dingen aan elkaar bevestigen zorgt voor zwakke plekken in de boot. Het water komt er na een tijdje door.
Eierdozen zijn niet ideaal. Het karton begon al snel te krimpen en in elkaar te zakken.
En met een drijvende boot kan ook een leuk spelletje gespeeld worden J Blazen maar!

Bezoek loods

Alec had gezorgd voor bezoek in onze klas.
Zijn nonkel is ex-kapitein en nu loods.
Een expert die ons heel veel verhalen kan vertellen en vragen kan beantwoorden dus.
Op zijn vrije dag kwam ‘nonkel Geert’ dus op bezoek.
Zijn pak maakte al onmiddellijk indruk. Met een zwemkraag die opblaast vanaf je 1 meter onder het wateroppervlak geraakt, een lampje dat vanzelf gaat branden als het in contact komt met water, fluostroken, …

We leerden dat zeeschepen varen op stookolie maar dat die erg vervuilend is en vele schepen nu varen op gasolie. Boten kunnen tanken in de haven of ook op zee. Er zijn immers speciale boten die via kranen stookolie leveren. We hoorden ook wat er gebeurt als de boot onvoldoende brandstof meenam en dus gered moet worden. Een groot prijskaartje hangt daar dan aan vast.

We hoorden ook spannende verhalen over piraten. Ze bestaan nog steeds. Niet met een ooglapje en een houten been, maar nog steeds gevaarlijk en op schattenjacht. Soms proberen ze het hele schip te stelen, op andere momenten zijn ze eerder uit op wat spullen. We keken op de wereldkaart en leerden waar het best gevaarlijk is op zee.
Er kwamen verhalen over orkanen, vliegende vissen, dolfijnen, …

Op zeekaarten leerden we dat de getallen de diepte van de zee aangeven. Dat door eb en vloed het schip steeds een heel klein beetje van zijn koers afwijkt. De snelheid van boten wordt uitgedrukt in knopen. Onze mond viel een beetje open toen we hoorden dat een schip 4 voetbalvelden lang kan zijn. Op een boot werken tussen de 15 en 20 personen. Er wordt immers dag en nacht gevaren.

Als kapitein ben je wel lang van huis. Vroeger zelfs 6 maanden lang. Amorah merkt op dat de boot dat je huis is. En dat klopt wel een beetje want je kan er ook fitnessen, naar de sauna, …

Sommigen vroegen zich af of een vliegtuig niet veel sneller overal kan geraken. Dat klopt natuurlijk wel, maar om 19000 containers te vervoeren (die kunnen in 1 boot) heb je wel héél erg veel vliegtuigen nodig.

Zo’n containership heeft een gigantische motor van 12meter hoog. Die vervang je niet zomaar even. De boot wordt zelfs rond de motor gebouwd. In het droogdok kunnen boten hersteld worden en duikers voeren soms ook herstellingen uit.
Een schip gaat ongeveer 30 jaar mee.

Via de computer konden we alle schepen die op dat moment in de haven van Antwerpen lagen, volgen. Of ze aan het laden en lossen waren, of ze aan het varen waren, de naam en grootte van het schip, hun vracht, ...

zondag 27 september 2015

Uitstap Schotense kajakclub

De eerste graad koos BOTEN als eerste project van het schooljaar.
Eindelijk een project waarbij we op uitstap konden in de buurt van de school!
De kajakclub van Schoten (of eigenlijk Schotense Kajak Klub) is vlakbij.
Vicky en Louis wilden ons graag een woordje uitleg geven.

Eerst keken we naar het verschil tussen een kajak en een kano.
Kano's werden gemaakt door indianen, ze zijn open en je zit met meerderen op een zitplankje in de boot.

Een kajak werd voor het eerst gebruikt door Eskimo's. Het is een gesloten boot voor één persoon (er bestaan ook kajaks voor twee personen).


Daarna werd er uitgebreid uitgetest natuurlijk.
Sommigen peddelden er op los:

Anderen vonden dit ideaal voor een dutje:

Hoeveel kinderen zouden er in één kano passen? Misschien wel heel onze klas? Dat moest uitgetest worden!
 

Jawel! Gelukt! 18 kinderen in één boot! (Er waren 4 zieken die dag)

Maar om er mee te varen moest het er zo uitzien:
Vier personen, twee die langs links roeien, twee die langs rechts roeien.

Ook al bleven we aan land, ook reddingsvesten werden geprobeerd.
Beetje groot, maar veiligheid boven alles!
 

Dan werd het tijd voor het echte werk!
Met vereende krachten droegen we da kajak naar het water.

Louis ging een stukje roeien en wij moesten op de oever mee stappen.
Daarna mochten we een stukje lopen. Wie zou er winnen?

We ontdekten dat de kajak sneller is wanneer wij wandelen. Wanneer we lopen, zijn we even snel!

Als afsluiter van onze uitstap konden we nog een groot vrachtschip bewonderen dat voorbij vaarde.

woensdag 4 maart 2015

Uitstap dinosaurussen

10 december 2014:  
’s Ochtends vroeg verzamelden we in het station van Antwerpen voor een uitstap naar het ‘dinomuseum’ in Brussel. Roltrappen op en af was voor sommige kinderen een spannende belevenis. Onze trein liet echter op zich wachten en dat bleek maar een voorsmaakje van onze ochtendrit naar Brussel. Gelukkig gedroeg alle kinderen zich voorbeeldig. Van spoor wisselen, nog eens van perron wisselen, … Met een beetje vertraging kwamen we aan in Brussel.
 
De galerij van de edelstenen sprak onmiddellijk tot de verbeelding. Het stukje maansteen werd uitgebreid bewonderd. Onze gids nam ons mee naar een klein zaaltje waar er voor ons poppenkast werd gespeeld. We maakten kennis met verschillende soorten dino’s, het werk van een archeoloog, … Nadien bezochten we het museum zelf. We ontdekten de iguanodons die in België gevonden werden. Zo groot en zo véél. Indrukwekkend.
Ook de opgravingssite werd nagemaakt en de kinderen konden zelf voor archeoloog spelen. We bekeken ook een triceratops en zelfs een tyrannosaurus rex. We leerden over hun voedsel, hun lichaam, hun leefgebied, … 
Nadien trokken we naar een knutsellokaaltje. We maakten een masker van een triceratops. Op handen en knieën kropen onze dino’s de grot in op zoek naar een ei. Na héél wat zwoegen braken de eitjes open en kwamen er kleine dino’s tevoorschijn. Nog een kleurprent om af te ronden en onze voormiddag zat er op.
In de namiddag bezochten we in kleine groepjes verder het museum. We onderzochten hoe groot we waren en met welke dino dat overeen komt. We ontdekten ook hier de verschillende periodes waarin dino’s leven. In onze klas hadden we het daar al uitgebreid over gehad en zelfs grote posters rond gemaakt.
Tanden werden van dichtbij bekeken en een nest met eieren sprak tot de verbeelding. Onze terugrit verliep erg vlot en in de trein viel op hoe vermoeiend zo’n daguitstap wel kan zijn J